Kabel:
Een geïsoleerde draadvormige elektrische geleider, meestal gemaakt van koper en bedoeld voor het transport van elektrische energie of elektrische signalen. Kabels kunnen eenaderig zijn of samengesteld zijn uit meerdere aders. Kabels kunnen bovendien niet afgeschermd zijn of wél afgeschermd.
Kabeldemping:
Doordat een kabel een bepaalde impedantie heeft, zal het signaal dat aan de 'zender'-zijde wordt ingevoerd langzaam maar zeker kleiner worden naarmate het de kabel doorloopt. De kabel heeft immers een bepaalde soortelijke weerstand, die in serie met het signaal staat en een kabelcapaciteit, die parallel aan het signaal staat. De capaciteit vergt een stroom, hierdoor ontstaat een spanningsval over de soortelijke weerstand van de kabel.
De kabeldemping wordt uitgedrukt in een aantal dB/km.
Kabelparameters:
Noemt men de vier fundamentele eigenschappen van een kabel:
R, de weerstand per lengte-eenheid, uitgedrukt in Ohm/km;
C, de capaciteit per lengte-eenheid, uitgedrukt in nF/km;
L, de zelfinductie per lengte-eenheid, uitgedrukt in mH/km;
G, de geleiding per lengte-eenheid, uitgedrukt in µS/km.
Deze parameters bepalen de demping en de fasedraaiing van een wisselspanningssignaal dat zich door de kabel voortplant.
Zo ik heb gesproken