
Eerst Giulini's kunstjes beluisterd in twee maal Dvorák's negende (Philharmonia Orchestra, 1961/EMI en Koninklijk Concertgebouw Orkest/SONY, 1993) en zijn zevende (ook KCO/SONY, 1993). Vooral het verschil tussen het PO en het KCO is frappant, niet alleen door de tijdspanne maar ook in speelstijl. Het Engelse orkest klinkt, mede ook door toenmalige stand van de opnametechniek, veel minder uitgesproken maar niet minder indrukwekkend. Het KCO met Giulini in 1993 leggen veel meer accenten in de uitvoering. Wat deze uitvoering echter niet beter maakt, integendeel, het geheel neigt naar overdramatisering. Ik geef aan de 1961 uitvoering dan ook de voorkeur: 'less is more' - soberheid siert!
Nu: J.S. Bach: Early Cantatas Volume 2 - Weimar/ Emma Kirkby et al/ The Purcell Quartet et al/ Chandos/ Chaconne, ©2007. Het is opmerkelijk hoe jong het genie van Bach zich al in de muziek openbaarde. Hij was nauwelijks de dertig gepasseerd toen hij deze cantates componeerde, waarvan enkelen*tot het standaard repertoire, zeg maar gerust het canon, van de geestelijke barokmuziek behoort.
*'Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen' BWV 12, 'Nun komm, der Heiden Heiland' BWV 61 en 'Komm, du süΒ e Todesstunde' BWV 161.
Straks ga ik naar Plato om wat 'harders' te kopen: Dreamtheater - 'Images and Words'. Mocht deze verkocht zijn, dan verplaats ik mijzelf naar V&D om The Best of Toto' (2CD) te kopen. Bevalt deze mij niet, dan kan ik vanmiddag, in de Haagse Mediamarkt, altijd nog mijn geld kwijt aan 2x Mozart: Pianoconcerten nr.20 & nr.21 en Die groΒe Messe (KV271). Ik kan mijn centen (budget €10,00) natuurlijk ook op zak houden en/of het aan de eerste, de beste Oost-Europese straatmuzikant geven: cultuur=cultuur, nietwaar? Of toch niet helemaal...