Even wat context:
mijn audio-reis begon in 1985 en in al die tijd heb ik maar weinig gewisseld van digitale bron:
1985: Marantz cd-84,
1999: Marantz cd-67 OSE,
2001: Marantz DR-17
2003: PS Audio SL Three dac (2ehands),
2006: Apogee Minidac (2ehands),
2021: RME ADI-2 Dac Fs (2ehands).
Ik heb wel meer digitale bronnen gehoord (in winkels en op audio-shows), maar nooit in directe vergelijking met andere bronnen, dus dat zei niet zoveel. Hieronder volgt een kort overzicht van de vergelijkende luistertests die ik WEL heb gedaan.
Rond 2000 kwam een vriend langs met een CDA-94 (de losse dac die bij de Marantz cd-94 hoort). We konden allebei geen verschil horen tussen deze 94 met de 67 OSE als loopwerk enerzijds en de 67-OSE op zichzelf anderzijds. Dus in 2000 was wat ons betreft de premium techniek uit 1987 te vinden in een budgetspeler.
De Marantz dr-17 cd-recorder (qua speler een cd-17mk2) deed alles nog een stukje beter dan de 67. Meer detail, meer ruimte, alles klonk vooral audiofieler, maar mooier vond ik het allemaal niet. Ik ergerde me al jaren aan het cd-geluid (hard, scherp en een gat in het midden van het geluidsbeeld) dus in 1990 al had ik een Thorens draaitafel aangeschaft. Al die tijd kon digitaal niet tippen aan analoog.
De PS-audio dac was oorspronkelijk uit 1995, meen ik, maar hij versloeg de Dr-17 in geluidskwaliteit. Hetzelfde detail enz., maar vriendelijker en vloeiender van toon.
In 2006 kwam de Apogee Minidac, en dat was pas echt een verbetering. Veel vloeiender, muzikaler, opgeruimder en tegelijkertijd meer detail, diepte, en het gat in het midden was ineens compleet weg! Sterker nog, mijn voorkeur voor analoog was ook meteen weggevaagd.
Een ander ding wat ik leerde was dat "pride of ownership" niet meer zo aan mij besteed was. Ik dacht toen nog dat een echt goed digitaal geluid alleen geleverd werd door onbetaalbare, loodzware TEAC-dacs (21kilo) o.i.d., met 3 losse trafo's. De kleine en lichte Apogee maakte daar resoluut een eind aan. Dit onooglijke, eigenlijk lelijke apparaatje zonder voetjes versloeg de toch wel degelijk uitgevoerde PS-Audiodac en de dr-17 in elk opzicht qua geluid...
Eigenlijk is het niet heel raar. Zo groot zijn die signalen niet die er in een dac omgaan. Waarom zou zo'n apparaat loodzwaar moeten zijn?
Afijn, de Apogee was een geweldige verbetering. Vandaar dat ik de 15 jaren daarop volledig tevreden was met deze bron (plus de 67 als loopwerk). Upgrades daarna betrof uitsluitend room correction.
De afgelopen 4 jaar begon ik wel langzaamaan steeds nieuwsgieriger te worden naar de vraag of er nog geluidsverbeteringen zijn bereikt in de digitale techniek. En langzaamaan begon het idee te vormen om de markt maar weer eens in de gaten te gaan houden ter aanschaf van een recenter tweedehandsje. Al in 2017 kwam ik op het spoor van de RME ADI-2 dac (toen nog zonder Fs). Grappig, in 2006 had ik ook al naar RME zitten kijken maar werd het de Apogee.
Redenen om de RME in de gaten te houden waren/zijn:
-mijn vraag beantwoorden naar verbeteringen in digitaal geluid in de afgelopen 18 jaar,
-de RMI heeft parametrische eq aan boord,
-de RME heeft een interessante fysiologische loudnessregeling waar ik benieuwd naar ben,
-crossfeed voor hoofdtelefoonuitgangen,
-...en een gedrukte handleiding!
En toen werd mij dus een jong-tweedehandse RME ADI-2 dac Fs in de schoot geworpen! Uitgerekend in een periode dat ik weinig tijd heb om te luisteren, maar ik klaag niet!
De klank van de RME.
Allereerst viel me op dat de RME lichter van toon is dan de Apogee. De Apogee heeft een dikkere bas en is wat minder helder dan de RME. Dat leidde tot nogal duidelijke verschillen bij muziek met veel diepe bassen, wat op de grote transmissielijnen erg goed hoorbaar was. Voorbeeld: Biosphere. Waar de Apogee altijd indrukwekkende dikke bassen produceerde, liet de RME ineens horen dat de bas uit verschillende tonen bestond waarvan de onderste ultralaag en ultrastrak waren. Ineens trilde er iets mee in het boekenrek links van mij. Nooit eerder gehad.
Ook is de RME gedetailleerder, op een subtiele maar duidelijke wijze. Dit was eigenlijk bij alles te horen wat ik draaide, maar vooral bij klassiek was het indrukwekkend. Er gebeurde een stuk meer in het orkest, maar totaal niet op een analytische wijze. Ik heb vroeger veel plezier gehad van mijn Thorens draaitafel met Denon DL-304 element, maar deze uiterst subtiele detaillering heb ik een platenspeler nooit horen geven.
Ook oude en/of mindere opnamen knapten behoorlijk op via de RME. Ik heb redelijk wat muziek uit de jaren 50, ook wel wat uit de jaren 20, 30 en 40. Vooral jazz en big band. Alles wat ik in deze categorie heb beluisterd klonk interessanter op de RME. In die oude opnames zit toch meer detail dan ik dacht. Het vreemde is dat je tegelijkertijd beter hoort dat het heel oude opnames zijn, én dat ze beter klinken dan eerst. Geweldig!
Soms waren de verschillen klein. Bij Enya en Art of Noise bijvoorbeeld. De dikke en bij Art of Noise stoffige bas was een fractie strakker, er was iets meer detail, maar veel scheelde het niet. Bij de meeste muziek waren de verschillen echter veel groter dan ik had durven dromen.
Bij klassiek valt op dat het geluidsbeeld van de RME iets groter is dan van de Apogee.
De Apogee was destijds een flinke stap voorwaarts in mijn set, vooral omdat in één klap het gat in het midden verdwenen was. En nu blijkt dat de RME ook zo'n trick up its sleeve heeft...
Na mijn emigratie naar Portugal ben ik qua set vooral bezig geweest met akoestische maatregelen en daarna met room correction. Dat heeft het geluid flink verbeterd. Wat echter bleef was het feit dat bij muziek luisteren op hoog volume de ruimte mee leek te gaan doen. In de hogere middentonen werd het geluid druk, waardoor vooral klassiek werk met veel middentonen nogal doordringend klonken.
Ik heb eea van Vaughan Williams. Nogal middenbetoonde muziek die ook nog eens nogal middentonerig is opgenomen. Bij luid draaien werd het nogal drammerig, terwijl hoog en laag leken te ontbreken. Ik was er altijd vanuit gegaan dat dit met de akoestiek te maken had. Ik wist het ook niet goed weg te krijgen met room correction.
Maar nu: weg is de drammerigheid! Via de RME hoor ik duidelijker waar het misgaat, maar ook dat het veel vriendelijker van toon is geworden en dat het in de opname zit, niet in de akoestiek thuis. Ik kan nu harder draaien dan ooit voordat het geluid achteruitgaat. En als de ruimte gaat meedoen, dan is het in het laag (omdat ik harder draai).
Soms is het verschil zo groot dat het niet meer subtiel te noemen is; zoals bij de soundtrack van Gladiator. De ultrabassen die via de Apogee een indrukwekkende maar redelijk vormeloze brij waren (en veel beter dan op de Marantz dr-17) veranderden op de RME in ultralage, ultrastrakke tonen met een piek op 20hz, zo zag ik in het schermpje van het apparaat.
Zelfs Youtube is fijner geworden, die ik gebruik ipv reguliere televisie. Alles is lichter, gedetailleerder en beter verstaanbaar, ook de filmpjes van mindere kwaliteit. Tegelijkertijd is het geluidsbeeld vriendelijker en smoother. Ik kijk bijvoorbeeld regelmatig filmpjes van Astrum, astronomiegerelateerde onderwerpen. Zijn stem is nogal helder met een randje, dichtbij de microfoon opgenomen. Met de RME blijkt het randje vrijwel weg, uitgesplitst in meerdere tonen, zo lijkt het.
Terwijl ik dit alles typ, schalt Wagner uit de speakers (Otto Klemperer, opname uit 1960) in een kwaliteit zoals die hier nog nooit geklonken heeft. Hoe de RME zich verhoudt tot tijdgenoten zoals Chord, Denafrips, Topping etc. weet ik niet. Ik heb hem alleen vergeleken met mijn oude referentie, de Apogee Minidac. En dan zeg ik: de RME is een absoluut fantastische dac en een veel grotere verbetering dan ik had durven dromen. En dan heb ik de eq, de loudnessregeling, de presets en de andere features nog niet eens uitgeprobeerd. Ik hoop dat hij het heel lang blijft doen en dat ik de komende 15jaar weer onder de pannen ben...
Dus met enige weemoed gaat de Apogee de mottenballen in. Ik hou deze achter de hand mocht ik eens zonder dac komen te zitten.
Groet van Evert