CDs Nrs. 3 & 4 van het 11CD Simon Rattle (dirigent) boxje "British Music" (Warner)
CD 3 opent met het lyrisch prachtige celloconcert van William Walton, als componist een echte 20e eeuwer, die zijn inspiratie o.a. opdeed bij Dmitry Shostakovich. Dit werk van krap een half uur wordt door cellist Lynn Harrell en het City of Birmingham Symphony Orchestra zeer vlot, maar zeker niet glad of zonder passie en vol muzikale overgave neergezet.
Op CDs Nrs. 3 & 4 treffen we vervolgens Edward Elgar's (1857-1934) "The Dream of Gerontius" aan. Dit 'oratorium' volgt in zijn geheel de tekst van het Katholiek gedicht, met dezelfde titel,, dat Kardinaal Joseph Newman in 1900 schreef voor het jaarlijkse Three Choir Festival in Cheltenham. In deze uitvoering, gezongen en gespeeld door het City of Birmingham Symphony Chorus en Symphony Orchestra, neemt John Mitchinson de tenor partij voor zijn, gesecondeerd door mezzo-sopraan, Janet Baker, en bas-bariton, John Shirley-Quirk. Dit is één van de fijnste uitvoeringen die ik ken. De uitvoeringen (2x) onder John Barbirolli hebben weliswaar naam en faam gemaakt, maar deze beluister ik het meest. De uitvoering van, specialist in muziek van zijn vaderland, de Brit Richard Hickox (Hyperion) is robuster, maar echter niet minder muzikaal en intrigerend. Adrian Boult op EMI is, als beroemdste Elgariaan, echt met zijn uitvoering nooit zo beroemd geworden als fellow countryman Barbirolli.
Wat mij bij de uitvoering van Ralltle meteen opviel was de moderne opnamekwaliteit (DDD), vergeleken met die van Boult en Barbirolli. De geluidskwaliteit zegt natuurlijk niet alles, want de MONO-opname (1959) met de New York Philharmonic, klinkt natuurlijk niet zo modern als deze onder Rattle, maar trekt je ook ruimschoots in de zang en muziek. Saillant detail is wel dat Keith Baker zowel in 1959 in New York de tenor partij zong als die in deze uitvoering van ruim 6 jaar later, en dat met dezelfde warmte en virtuositeit, en waarin Janet Baker ook de mezzo partij voor haar rekening nam, ongeveer 30 jaar eerder, dan in deze opname. Bijzondere aandacht vraag ik voor het koor, dat zingt in deze opname werkelijk de sterren van de hemel, zo mooi. Ook het orkest kwijt zich uitstekend van zijn taak en speelt zeer geïnspireerd en gedreven onder de vaardige leiding van dirigent Simon Rattle. John Mitchinson is een zeer aangename tenor, waardig naast de beroemde John Shirley-Quirk, al doet hij tenor, Keith Lewis niet snel vergeten. Toch is deze moderne uitvoering een blijvertje, omdat deze in de zware competitie, toch zeer goed overeind blijft.