Een hele eenvoudige Jip & Janneke uitleg :
Je versterker als geheel bestaat eigenlijk uit 2 delen :
1 - De voeding
2 - De elektronica om het vermogen van de voeding gedoseerd door te laten.
Ik gebruik hier bewust niet het woord versterken. Zie je voeding als je waterleiding en je "versterker" deel als een kraan.
Door de kraan open en dicht te draaien in het tempo van het binnenkomende signaal komt er "muziek" uit.
De mate waarin je de kraan opendraait is bepalend voor hoe hard je speelt.
Uiteindelijke is de combi van je waterleiding en je kraan bepalend voor de hoeveel water die je uiteindelijk krijgt (Analogie is hier : Het uitgangsvermogen van je versterker)
Een dikke waterleiding (voeding) en een pielig kraantje(eindtrappen) levert niks op, en andersom ook niet.
Kortom : wil je veel water (lees : vermogen) heb je èn een dikke waterleiding nodig voor de toevoer èn een kraan die dat allemaal kan regelen.
Nu is de aanvoer vanuit het waterleidingen-net niet constant en soms niet genoeg. Vandaar dat er
achter je trafo een opvangbakje is gemaakt in de vorm van Elco's.
Hierdoor heb je dus in(!) je apparaat een voorraadbakje met water (energie) waardoor je kraan altijd kan beschikken over een constante stroom van water.
Ook als de aanvoer van buiten tijdelijk onvoldoende is, voorziet het bakje/reservoir de kraan van voldoende water.
- Heb je nooit veel water nodig ? dan is een minimale toevoer (voeding), een klein reservoir(elco's) en een klein kraantje (eindtrap) genoeg.
- Regelmatig veel water nodig ? dan is een dikke toevoer (voeding), een stevig reservoir(elco's) en een flinke kraan (eindtrap) nodig.
Staar je dus niet blind op een enkel component. Idealiter zijn ze goed op elkaar afgestemd.
Maar dat kost geld, mede afhankelijk van de gewenste hoeveelheid water en de gewenste duurzaamheid.
Uiteraard is de wereld iets complexer en zijn kwaliteitsparameters niet meegenomen maar in grote lijnen klopt dit verhaal wel.
Groet, 211.