Ik heb reeds 3 opmerkingen op de 1e post in dit draadje:
1) Het is onverstandig om de kantel (=cross-over) frequentie op de sub op dezelfde kantel frequentie als de receiver in te stellen. Hierdoor zal de helling van de frequentiecurve van de sub te steil afvallen, waardoor er rondom deze frequentie een dip ontstaat.
Het is beter om ALLEEN de cross-over van de reciever het werk te laten doen. Op sommige subs kun je de cross-over uitschakelen. Bij de meeste subs kan dat echter helaas niet. Het is dan zaak om de cross-over frequentie op de sub op de hoogst mogelijke frequentie te zetten.
Heb dit ook proefondervindelijk vastgesteld. Eerst was er bij mijn installatie zeer duidelijk een dip waarneembaar rond de 80Hz. Heb zodoende de kantel frequentie van m'n zelfbouw subwoofer filter omhoog gekrikt naar 160Hz (1 octaaf hoger dan 80Hz). Deze filtert nu dus alleen nog de ruis en schakeltikjes en de dip rond de 80Hz lijkt nu zo goed als afwezig te zijn.
2) De fase is een zeer lastige instelling en eigenlijk bogo. Alleen op het cross-over gebied met de andere luidsprekers is dit een enigszins zinnige instelling. Afstellen op een 'volle dikke bass' is dus bull, zeker in het gebied ver beneden de cross-over frequentie, aangezien alleen de sub daar nog wat doet. Rondom de cross-over frequentie moet de instelling zodanig gedaan worden dat de bass-weergave zo strak mogelijk is (dus geen duidelijk waarneembare pieken/dalen). Om een strakke bass-weergave is er eigenlijk veel meer nodig dan een simpel fase knopje.
In de eerste plaats is de plek van je sub kritisch. Dit komt doordat de golflengte van deze laagfrequente geluiden dusdanig groot is, dat deze niet vergelijkbaar is tov de afmetingen van de luisterruimte en er een patroon van knopen (uitdoving) en buiken (versterking) ontstaat. De overdracht van de subwoofer naar de luisteraard hangt dus sterk af van zowel de luisterpositie als de frequentie. Het is dus van belang om de subwoofer zodanig te plaatsen dat de frequentiecurve zo gelijkmatig mogelijk is ter plaatse van de beoogde luisterpositie.
De pieken en dalen die dan nog over zijn in de luisterpositie kunnen eventueel nog gladgestreken worden met een subwoofer-equalizer.
3) De large en small instelling is een stuk lastiger en subtieler. Het is mij opgevallen dat het gebruik van de subwoofer in zeer veel DD/DTS materiaal erg varieert. Voornamelijk bij oudere films die van de originele surround track (2.0/3.1) ge-upsampled zijn naar 5.1 is de .1 track over het algemeen dramatisch slecht.
Het is daarom beter om de lage tonen uit alle kanalen op een hoop te gooien en daarna met het in de receiver ingebouwde kantel filter een (relatief) net subwoofer signaal te genereren. Dit kan gedaan worden door alle luidsprekers op 'small' te zetten.
Na veel films bekeken te hebben, lijkt small, zelfs voor 5.1 materiaal, verreweg de beste instelling te zijn.