Er zijn slechts een handvol eigenschappen die de geluidskwaliteit van een eind- of regel versterker bepalen.
Na het vermogen (hoe hard kan 'ie) zijn dat:
Frequentie bereik en fase-verschuivingen: 20 Hz tot 20.000 Hz binnen 1 dB vlak, ook bij volle uitsturing. (Noot 1)
Vervorming: minder dan 0.1 % over het hele frequentie bereik (Noot 2).
Kanaalscheiding: beter dan 80 dB.
Brom- en ruisvino, en andere rommel: lager dan -100 dBwatt.
Demping: meer dan 10.
Met de stand van de techniek sinds ca. 1980 kunnen deze specificaties uitstekend gehaald worden met normaal in de handel verkrijgbare onderdelen en ontwerp regels die vrij algemeen bekend zijn in de elektronica gemeenschap. Er komen geen bijzondere technieken, patenten, octrooien of "fabrieks geheimen" aan te pas.
Kanaalscheiding of overspraak
Bij stereo weergave is het wenselijk dat het signaal van het ene kanaal niet in het andere terecht komt.
De overspraak moet minder zijn dan zo'n -60 dB, maar de meeste versterkers halen gemakkelijk -80 dB of meer.
Bij veruit de meeste stereo opnames zit het geluid nooit helemaal aan 1 kant, zodat een beetje overspraak geen kwaad kan. De overspraak mag echter niet vervormd zijn.
De kanaalscheiding van de vinylplaat (en speler) was niet veel beter dan ca. -25 dB, en tamelijk vervormd. Door heel wat High-enders wordt vinyl nog steeds (of weer) beschouwd als het summum van geluidsweergave....
Bron:
http://81.204.228.232/Breem-oud/pgversterkers.htm